Wiel installeren

Tip

Bij het inbouwen van het achterwiel deze volgorde aanhouden:
1. Achterwiel installeren (1.1 en/of 1.2)
2. As en indien van toepassing draaimomentsteun bevestigen (2.1 of 2.2)
3. Schakelsturing verbinden (3.1 of 3.2)

Achterwiel installeren

Wiel installeren

Wiel in het uitvaleinde plaatsen. Let erop dat de ketting op het tandwiel ligt en de schakelkabels niet klem komen te zitten.

Let op

Als er een kettingspanner is gemonteerd, bemoeilijkt dat het installeren van het achterwiel. Duw de kettingspanner zo ver achteruit dat het tandwiel langs de kettingspanner kan in de richting van de pijl.

Wiel installeren bij OEM of OEM2 Versies

Bij de OEM of de OEM2 Versie worden de as en het steunblok van de draaimomentsteun tegelijk geïnstalleerd.

Bij de OEM Versie moet eerst de as en dan het steunblok in de lange gleuf van het OEM-uitvaleinde worden geschoven.

Bij de OEM2 Versie met Rohloff SPEEDBONE erop letten dat de asplaatvork om de steunbout van de Rohloff SPEEDBONE haakt als de as in het uitvaleinde wordt geschoven. 

Bij de OEM2 Versie met steunschroef/Monkey Bone erop letten dat de asplaatvork om de steunschroef/Monkey Bone haakt als de as in het uitvaleinde wordt geschoven.

Na het inzetten van het wiel de snelspanner sluiten (CC Versies, draaimoment: 35 Nm) of de asmoeren aandraaien (TS-Versies, draaimoment: 35 Nm).

Let op

Voor het schluiten van de snelspanner of het aandraaien van de asmoeren erop letten dat beide uiteinden van de as zich in de juiste positie van het uitvaleinde bevinden, zodat het wiel in het midden van het frame staat.

Bevestiging van de lange draaimomentsteun

CC Versies

Draaimomentsteun in de richting van de pijl in de snelsluiting steken.

Snelsluiting F sluiten. Druk vanaf de buitenkant van het frame pin G naar binnen, zodat de pin op gelijke hoogte ligt met de snelsluiting.

Sluit de snelspanner(max. 7Nm)

TS Versies

Het einde van de draaimomentsteun zo ver naar de liggende achtervork draaien totdat de bevestigingsschroef door de klemband en de draaimomentsteun gestoken kan worden. Let erop dat de as in de juiste positie in het uitvaleinde zit.

Asmoeren aandraaien (draai- moment: 30-35 Nm). Bevestigingsschroef van de klem- band met ring en moer vastdraaien (inbus Sw4, draaimoment: 6 Nm).

Let op

Voor het sluiten van de snelspanner (tot max. 7Nm) of het aandraaien van de asmoeren (tot max. 3035Nm) erop letten dat beide uiteinden van de as zich in de juiste positie van het uitvaleinde bevinden.

Schakelsturing verbinden

Interne schakelsturing

Het verbinden van de schakel- sturing gaat door het samensteken van de bajonetsluiting. Let erop dat de schakelkabels niet gekruist worden. De bajonetsluiting in elkaar steken en iets draaien, totdat de sluiting vastklikt. Bij het insteken niet de veer vasthouden.

Externe schakelsturing

Het verbinden van de schakel- sturing gaat door het opzetten van de schakelbox. Schakelgreep in de 14 versnellingspositie draaien. Schakelbox E op passtiften H zetten en aanschuiven tot de schakelwals I in de schakelkom past. Licht heen en weer draaien evan de schakelgreep in de 14 versnelling vergemakkelijkt het opzetten. Daarna kartelschroef D vastdraaien.

Let op

Als na het opzetten niet alle 14 versnellingen te schakelen zijn, staat de aandrijving of de schakelgreep niet in de  versnellingspositie. Er zijn twee mogelijkheiden dit te corrigeren.

Mogelijkheid 1:
Schakelbox afnemen en schakel- egreep in de 1 versnellingspositie draaien. Schakelbox plaatsen en schakelgreep in de richting van de 14 versnelling draaien (hierbij wordt de  versnelling in de aandrijving bereikt, de schakel greep staat nog steeds in de verkeerde stand). Schakelbox afnemen, schakelgreep in de  versnelling draaien. Schakelbox weer plaatsen.

Mogelijkheid 2:
Schakelbox afnemen en schakel- greep in de  versnellings-positie draaien. Steeksleutel SW8 op de zeskantpin van het schakel- huis plaatsen. Draai tegen de wijzers van de klok in totdat de eindaanslag wordt bereikt en de aandrijving in de  versnelling staat. Schakelbox weer plaatsen.